Een mens verzamelt heel wat spullen in zijn leven. De aanschaf daarvan is zo gepiept, maar afstand van ze doen, ook al hebben ze jarenlang op zolder gelegen, is een stuk lastiger. Want alle aangeschafte dingen hebben zo hun eigen herinneringen, mooie maar ook minder mooie. En door het kijken naar die dingen komen die weer allemaal tevoorschijn. Soms is het echter nodig om geconfronteerd te worden met je herinneringen en ze te ordenen, op te ruimen en een nieuw plekje te geven om zodoende weer plaats te maken voor nieuwe en een frisse en opgeruimde bovenkamer.
In The Attic gaat het om de bovenkamer van Sam (mooie rol van Gerard de Bruin) die vol zit met herinneringen, oude en nieuwe. In de vorm van speelgoed poppen liggen ze op zijn zolder en maken herrie in zijn kop. Een verpleegster, een poceleinen pop, een koning, een tinnen soldaatje om maar een paar te noemen. Zo af en toe komen er nieuwe poppen bij en is de bovenkamer in rep en roer en zingen, dansen en praten de poppen door elkaar heen. De eerste akte lijkt daarmee op een kakafonie van beeld en geluid, een chaos waarbij het gissen is welke kant het uiteindelijk op gaat. Sam staat erbij en kijkt ernaar, maar in de tweede akte neemt hij het initiatief en begint aan de schoonmaak in zijn bovenkamer. Al doende komen er ook nare herinneringen naar boven en wordt langzaam duidelijk wie Sam is en wat hij in het verleden heeft meegemaakt. De koning wordt dan plots zijn vader, de verpleegster zijn moeder en de porceleinen pop zijn vriendin/vrouw. Fragmenten van wat hij heeft meegemaakt komen naar boven en geven zicht op wat er in de bovenkamer van Sam allemaal speelt.
Sam blijkt een ex-militair te zijn, die op vredesmissie is geweest naar een conflictgebied, waar hij maten van hem heeft zien sneuvelen. Net als bij zovele veteranen heeft dat zijn leven veranderd en heeft hij moeite om na terugkomst het dagelijkse leven in zijn veilige thuisland weer op te pakken. Met herinneringen en gevoelens die de mensen thuis maar niet kunnen begrijpen. Sam weet zich uiteindelijk te herpakken en veegt zijn bovenkamer schoon, maar dat blijkt nog een hele klus te zijn.
De geschiedenis van The Attic, die vrijdag 16 mei zijn wereldpremière beleefde in het ZIMIHC theater Stefanus in Utrecht, is een hele interessante. Begonnen met een nummer (het prachtige “Call me Over”/”Kom me halen”) dat Mark Carroll, acteur en theatermaker uit Londen, schreef voor musicalster Ruthie Henshall, dat langzaam groeide tot meer nummers en een verhaal. Eind 2008 werd The Attic in een workshop versie opgevoerd in het Haymarket Theatre in Londen. Beeld en geluid van deze workshop versie, geplaatst op YouTube, werden gespot door één van de leden van Starlight Boulevard. Na contact opgenomen te hebben met Mark Carroll ging regisseur Mark van Haasteren vervolgens aan de slag met het originele script en samen met het artistiek team van Starlight Boulevard en met goedkeuring en samenwerking met Mark Carroll werd The Attic bewerkt tot een volwaardige musical.
De sprookjesachtige sfeer van de eerste akte, ondersteund door een simpel maar zeer functioneel décor en prachtige kleurrijke kostuums, ontworpen door Joris van Veldhoven en gemaakt van bestaande gebruiksvoorwerpen, groeit in de tweede akte langzaam uit tot een verhaal dat je raakt en dat weet te ontroeren. Doordat je in eerste instantie op het verkeerde been wordt gezet komt het verhaal van veteraan Sam dubbel zo hard aan. De muziek (tekst door Mark Carroll, muziek door Richard Bates) is prachtig met “Kom me Halen” als hoogtepunt in de eerste akte.
Na afloop van de première sprak MusicalNieuws met een dolgelukkige en trotse regisseur, Mark van Haasteren en met de schrijvers van The Attic, Mark Carroll en Richard Bates, die speciaal voor de gelegenheid waren overgekomen uit Londen. Allen toonden zich uiterst tevreden met het resultaat van het harde werken en Mark Carroll droomde al hardop van een Londense versie van The Attic in één van de kleinere theaters in Londen (Southwark Playhouse?). Verder werd gesproken over de mogelijkheden om The Attic op te laten voeren door andere gezelschappen, maar ook door theaterscholen.
Met The Attic heeft Starlight Boulevard in ieder geval een ruwe diamant geslepen tot een prachtig juweel. En we kunnen alleen maar hopen dat dit juweel ook door anderen gedragen gaat worden. En Starlight Boulevard en Mark van Haasteren hebben bewezen dat de amateurmusicalwereld in Nederland serieus genomen moet worden en van toegevoegde waarde is voor de musicalwereld in Nederland.
The Attic is nog te bekijken op 17, 18 en 24 mei.
In The Attic gaat het om de bovenkamer van Sam (mooie rol van Gerard de Bruin) die vol zit met herinneringen, oude en nieuwe. In de vorm van speelgoed poppen liggen ze op zijn zolder en maken herrie in zijn kop. Een verpleegster, een poceleinen pop, een koning, een tinnen soldaatje om maar een paar te noemen. Zo af en toe komen er nieuwe poppen bij en is de bovenkamer in rep en roer en zingen, dansen en praten de poppen door elkaar heen. De eerste akte lijkt daarmee op een kakafonie van beeld en geluid, een chaos waarbij het gissen is welke kant het uiteindelijk op gaat. Sam staat erbij en kijkt ernaar, maar in de tweede akte neemt hij het initiatief en begint aan de schoonmaak in zijn bovenkamer. Al doende komen er ook nare herinneringen naar boven en wordt langzaam duidelijk wie Sam is en wat hij in het verleden heeft meegemaakt. De koning wordt dan plots zijn vader, de verpleegster zijn moeder en de porceleinen pop zijn vriendin/vrouw. Fragmenten van wat hij heeft meegemaakt komen naar boven en geven zicht op wat er in de bovenkamer van Sam allemaal speelt.
Sam blijkt een ex-militair te zijn, die op vredesmissie is geweest naar een conflictgebied, waar hij maten van hem heeft zien sneuvelen. Net als bij zovele veteranen heeft dat zijn leven veranderd en heeft hij moeite om na terugkomst het dagelijkse leven in zijn veilige thuisland weer op te pakken. Met herinneringen en gevoelens die de mensen thuis maar niet kunnen begrijpen. Sam weet zich uiteindelijk te herpakken en veegt zijn bovenkamer schoon, maar dat blijkt nog een hele klus te zijn.
De geschiedenis van The Attic, die vrijdag 16 mei zijn wereldpremière beleefde in het ZIMIHC theater Stefanus in Utrecht, is een hele interessante. Begonnen met een nummer (het prachtige “Call me Over”/”Kom me halen”) dat Mark Carroll, acteur en theatermaker uit Londen, schreef voor musicalster Ruthie Henshall, dat langzaam groeide tot meer nummers en een verhaal. Eind 2008 werd The Attic in een workshop versie opgevoerd in het Haymarket Theatre in Londen. Beeld en geluid van deze workshop versie, geplaatst op YouTube, werden gespot door één van de leden van Starlight Boulevard. Na contact opgenomen te hebben met Mark Carroll ging regisseur Mark van Haasteren vervolgens aan de slag met het originele script en samen met het artistiek team van Starlight Boulevard en met goedkeuring en samenwerking met Mark Carroll werd The Attic bewerkt tot een volwaardige musical.
De sprookjesachtige sfeer van de eerste akte, ondersteund door een simpel maar zeer functioneel décor en prachtige kleurrijke kostuums, ontworpen door Joris van Veldhoven en gemaakt van bestaande gebruiksvoorwerpen, groeit in de tweede akte langzaam uit tot een verhaal dat je raakt en dat weet te ontroeren. Doordat je in eerste instantie op het verkeerde been wordt gezet komt het verhaal van veteraan Sam dubbel zo hard aan. De muziek (tekst door Mark Carroll, muziek door Richard Bates) is prachtig met “Kom me Halen” als hoogtepunt in de eerste akte.
Na afloop van de première sprak MusicalNieuws met een dolgelukkige en trotse regisseur, Mark van Haasteren en met de schrijvers van The Attic, Mark Carroll en Richard Bates, die speciaal voor de gelegenheid waren overgekomen uit Londen. Allen toonden zich uiterst tevreden met het resultaat van het harde werken en Mark Carroll droomde al hardop van een Londense versie van The Attic in één van de kleinere theaters in Londen (Southwark Playhouse?). Verder werd gesproken over de mogelijkheden om The Attic op te laten voeren door andere gezelschappen, maar ook door theaterscholen.
Met The Attic heeft Starlight Boulevard in ieder geval een ruwe diamant geslepen tot een prachtig juweel. En we kunnen alleen maar hopen dat dit juweel ook door anderen gedragen gaat worden. En Starlight Boulevard en Mark van Haasteren hebben bewezen dat de amateurmusicalwereld in Nederland serieus genomen moet worden en van toegevoegde waarde is voor de musicalwereld in Nederland.
The Attic is nog te bekijken op 17, 18 en 24 mei.