Met twee topstukken van Ed Wubbe in één voorstelling: Holland & Le Chat Noir start Scapino Ballet Rotterdam de viering van het 25-jarig jubileum van zijn artistiek directeur. De première was op 21 maart 2017 in de Stadschouwburg van Utrecht.
Adembenemend jubileum Ed Wubbe als artistiek directeur van Scapino Ballet
Al vanaf het allereerste moment wordt de kijker betoverd door het prachtige toneelbeeld en het daarbij behorende even zo prachtige lichtplan. Ed Wubbe weet op adembenemende wijze de menselijke emoties bij het publiek over te brengen en doet dit in de jubileum show zelfs met twee verschillende shows: Holland & Le Chat Noir.
HOLLAND
In Holland wil Ed Wubbe het gevoel laten zien dat hij heeft bij Nederland. Hij neemt het publiek terug naar de Gouden Eeuw, waar de kiem is gelegd van de Hollandse identiteit en ons dubbele gezicht. Nederland als de natie van de koopman en de dominee, de wereldreiziger en de calvinist. Dit contrast is op een prachtig geïntegreerde manier ook de leidraad van de dans geworden.
DE HOLLANDSE IDENTITEIT
In Holland vertolken zestien dansers uit acht verschillende landen het gevoel dat Ed Wubbe heeft bij Nederland. Ed Wubbe: “Als ik aan Holland denk, dan denk ik aan pluriformiteit, vrijheid, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, tolerantie, maar ook kneuterigheid en de calvinistische achtergrond”. Om zijn gevoel weer te geven gaat Wubbe terug naar de Gouden Eeuw. Hij gebruikt de zeventiende eeuwse identiteit van de Hollander als ijkpunt: “In de Gouden Eeuw is toch de kiem gelegd van onze identiteit en ons dubbele gezicht. We zijn een natie van enerzijds diep geloof, afgeschermd in kleine gemeenschappen en anderzijds op de buitenwereld gericht, met de VOC-schepen de zeeën op. Dit verschil tussen benepen en groots vond zijn weg in de choreografie.”
TULBAND
Voor de aankleding zocht Wubbe inspiratie bij de Hollandse meesters. Hij raakte gefascineerd door het schilderij ‘man met rode tulband’ van Jan van Eyck en laat de dansers in Holland een tulband dragen. Wubbe: “In de zeventiende eeuw lieten notabelen zich daar graag mee portretteren. Het stond voor kosmopolitisch en Hollandse trots. De huidige associatie is wel even anders, de wereld is veranderd. Maar we leven in een diverse maatschappij met allerlei nieuwe uitingen die hun eigen waarde hebben. De tulband staat dichter bij ons dan we denken. Er is overigens nog een connectie, het woord tulp is afkomstig van het Perzische woord voor tulband.”
KLANKVERWANTSCHAP
Twee instrumenten spelen een hoofdrol in de muziek: de accordeon en het live op toneel bespeelde oud-Hollandse harmonium.
Wubbe: “Ik merkte dat het harmonium en de accordeon heel goed samengaan. Er is een klankverwantschap vanwege het gegeven dat er bij beide instrumenten fysiek lucht ingepompt wordt. De accordeon is bovendien een instrument van het volk en daar gaat mijn stuk over.”
LE CHAT NOIR
Het illustere Parijse theatercafé Le Chat Noir was tijdens de Belle Époque in Parijs rond 1900 het epicentrum voor de avant-garde, met artiesten en bohemiens uit het variété, cabaret en muziek. Le Chat Noir ademt in alles de sfeer van het theatercafé, met de glans van het theaterleven, maar ook eenzaamheid. Met muziek van Offenbach, Brel en Piaf is het stuk ook een liefdesverklaring aan Parijs.
In 2012 verrast Ed Wubbe het publiek en zichzelf met Le Chat Noir, waarmee hij zijn grenzen verlegt in theatrale richting. De inspiratie hiervoor vindt hij aan het einde van de negentiende eeuw in het Parijse theatercafé Le Chat Noir, een broeierige verzamelplaats van kunstenaars. Wubbe: “De kunstenaars van die tijd hebben het aanzien van de wereld veranderd. Er ontstonden veel nieuwe ideeën en technieken. Parijs had de wereldtentoonstelling en bouwde de Eiffeltoren. Tegelijkertijd was er de opkomende dreiging van de Eerste Wereldoorlog. Dat contrast vind ik mooi om mee te werken.”
Het concept van deze voorstelling reikt hem nieuwe dingen aan die hij tot dan toe, zoals hij zelf zegt, nog nooit gedaan heeft. Behalve in het theatrale karakter en het variété vindt hij die uitdaging vooral in de Franse muziek. Wubbe: “Alleen al die cancanmuziek van Offenbach. Het heeft een operettesfeer, ondeugend. Je proeft als het ware de drank en de erotiek. Aan de andere kant moet ik bij Offenbach ook denken aan de muziek van Tsjaikovski. Offenbach overbrugt de lage en hoge kunsten. Ik zou ook nooit zo snel een chanson van Piaf of Brel gebruiken. Maar in dit concept kan het. Er zit iets grotesks in die muziek. Grote emoties en dicht bij het leven. Het zit dicht tegen kunst aan. Achter de glitter van het variété zat ook veel verborgen ellende en triestheid. Die spanning vind ik mooi. ”
In kostuums, geïnspireerd op het fin de siècle, dansen en stampen de vrouwen op laarsjes uit die tijd. Dit roept associaties op met de revue en de cancan, maar ook met de aankomende Eerste Wereldoorlog. Om de juiste sfeer neer te zetten haalt Wubbe ook inspiratie uit films over Parijs in het interbellum: “Voor mij is het stuk ook een liefdesverklaring aan Parijs.”
Te zien in diverse theaters van 18 maart t/m 11 mei 2017
Slotapplaus foto's vind je HIER
HOLLAND
In Holland wil Ed Wubbe het gevoel laten zien dat hij heeft bij Nederland. Hij neemt het publiek terug naar de Gouden Eeuw, waar de kiem is gelegd van de Hollandse identiteit en ons dubbele gezicht. Nederland als de natie van de koopman en de dominee, de wereldreiziger en de calvinist. Dit contrast is op een prachtig geïntegreerde manier ook de leidraad van de dans geworden.
DE HOLLANDSE IDENTITEIT
In Holland vertolken zestien dansers uit acht verschillende landen het gevoel dat Ed Wubbe heeft bij Nederland. Ed Wubbe: “Als ik aan Holland denk, dan denk ik aan pluriformiteit, vrijheid, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, tolerantie, maar ook kneuterigheid en de calvinistische achtergrond”. Om zijn gevoel weer te geven gaat Wubbe terug naar de Gouden Eeuw. Hij gebruikt de zeventiende eeuwse identiteit van de Hollander als ijkpunt: “In de Gouden Eeuw is toch de kiem gelegd van onze identiteit en ons dubbele gezicht. We zijn een natie van enerzijds diep geloof, afgeschermd in kleine gemeenschappen en anderzijds op de buitenwereld gericht, met de VOC-schepen de zeeën op. Dit verschil tussen benepen en groots vond zijn weg in de choreografie.”
TULBAND
Voor de aankleding zocht Wubbe inspiratie bij de Hollandse meesters. Hij raakte gefascineerd door het schilderij ‘man met rode tulband’ van Jan van Eyck en laat de dansers in Holland een tulband dragen. Wubbe: “In de zeventiende eeuw lieten notabelen zich daar graag mee portretteren. Het stond voor kosmopolitisch en Hollandse trots. De huidige associatie is wel even anders, de wereld is veranderd. Maar we leven in een diverse maatschappij met allerlei nieuwe uitingen die hun eigen waarde hebben. De tulband staat dichter bij ons dan we denken. Er is overigens nog een connectie, het woord tulp is afkomstig van het Perzische woord voor tulband.”
KLANKVERWANTSCHAP
Twee instrumenten spelen een hoofdrol in de muziek: de accordeon en het live op toneel bespeelde oud-Hollandse harmonium.
Wubbe: “Ik merkte dat het harmonium en de accordeon heel goed samengaan. Er is een klankverwantschap vanwege het gegeven dat er bij beide instrumenten fysiek lucht ingepompt wordt. De accordeon is bovendien een instrument van het volk en daar gaat mijn stuk over.”
LE CHAT NOIR
Het illustere Parijse theatercafé Le Chat Noir was tijdens de Belle Époque in Parijs rond 1900 het epicentrum voor de avant-garde, met artiesten en bohemiens uit het variété, cabaret en muziek. Le Chat Noir ademt in alles de sfeer van het theatercafé, met de glans van het theaterleven, maar ook eenzaamheid. Met muziek van Offenbach, Brel en Piaf is het stuk ook een liefdesverklaring aan Parijs.
In 2012 verrast Ed Wubbe het publiek en zichzelf met Le Chat Noir, waarmee hij zijn grenzen verlegt in theatrale richting. De inspiratie hiervoor vindt hij aan het einde van de negentiende eeuw in het Parijse theatercafé Le Chat Noir, een broeierige verzamelplaats van kunstenaars. Wubbe: “De kunstenaars van die tijd hebben het aanzien van de wereld veranderd. Er ontstonden veel nieuwe ideeën en technieken. Parijs had de wereldtentoonstelling en bouwde de Eiffeltoren. Tegelijkertijd was er de opkomende dreiging van de Eerste Wereldoorlog. Dat contrast vind ik mooi om mee te werken.”
Het concept van deze voorstelling reikt hem nieuwe dingen aan die hij tot dan toe, zoals hij zelf zegt, nog nooit gedaan heeft. Behalve in het theatrale karakter en het variété vindt hij die uitdaging vooral in de Franse muziek. Wubbe: “Alleen al die cancanmuziek van Offenbach. Het heeft een operettesfeer, ondeugend. Je proeft als het ware de drank en de erotiek. Aan de andere kant moet ik bij Offenbach ook denken aan de muziek van Tsjaikovski. Offenbach overbrugt de lage en hoge kunsten. Ik zou ook nooit zo snel een chanson van Piaf of Brel gebruiken. Maar in dit concept kan het. Er zit iets grotesks in die muziek. Grote emoties en dicht bij het leven. Het zit dicht tegen kunst aan. Achter de glitter van het variété zat ook veel verborgen ellende en triestheid. Die spanning vind ik mooi. ”
In kostuums, geïnspireerd op het fin de siècle, dansen en stampen de vrouwen op laarsjes uit die tijd. Dit roept associaties op met de revue en de cancan, maar ook met de aankomende Eerste Wereldoorlog. Om de juiste sfeer neer te zetten haalt Wubbe ook inspiratie uit films over Parijs in het interbellum: “Voor mij is het stuk ook een liefdesverklaring aan Parijs.”
Te zien in diverse theaters van 18 maart t/m 11 mei 2017
Slotapplaus foto's vind je HIER