Klank, kleur en vorm weven onweerstaanbaar heerlijke spanningsboog
Alles klopt aan deze versie van Lion King
Kan dat? De climax aan het begin? Houdt de spanningsboog dat wel? De voorstelling is maar een paar minuten bezig en het kippenvel zit al overal en de tranen zitten hoog. Hoe vaak je de openingsscène van de Leeuwenkoning ook ziet: Het is één groot prachtig ijzersterk betoverend spektakel!
Maar waar in sommige uitvoeringen hierna de spanning er wel af is blijft in deze versie het boeien tot de laatste minuut. Sterker nog: het kippenvel komt terug. Wanneer Gaia Aikman “Arm land” zingt is het muisstil in de zaal en is het publiek betoverd. Wat een uitstraling. Wat een stem!. Alleen al daarom moet je dit gezien hebben.
Maar ook voor Steve Beirnaert als Timon met Kobe van Herwegen als Pumba en Barry Beijer als Zazu in vrolijk spel. De goedbedoelde hysterie van Timon doet het publiek schateren, de keurige Zazu neemt iedereen voor zich in. De vervlechting van pop en mens in combinatie met onweerstaanbare humor biedt prachtig tegenwicht tegen het bij tijd en wijle dramatische verhaal maar is ook van meesterlijk niveau.
Überhaupt zijn de kostuums adembenemend en het spelen met masker en hoofd soms heel subtiel, soms helemaal op de voorgrond , altijd spot on! En al die effecten worden versterkt door de echt prachtige belichting. Een stuk dat kleurrijk is heeft gelukkig de belichting gekregen die het verdient.
Zoals bij de scene waarin Naidjim Severina als Simba in gesprek is met Rafiki, waarin hij de stem van zijn vader David Goncalves hoort . Het is muzikaal en visueel oor- en oogstrelend.
Het ensemble mag ook in de schijnwerpers. De drie vals/dom/grappige hyena spelers en de razend knappe kuntsstukjes die de rest van het ensemble laat zien om de dieren tot leven te brengen. Wat een kracht! Maar ook hier, wat prachtig gemaakt. De antilopen zo natuurlijk, de giraf zo aandoenlijk (zowel op stelten als als hoog torende wezens) de huilende leeuwen met hun lange witte tranen.
Complimenten ook voor het tienkoppige orkest olv René Op den Camp dat zuiver toonvast speelt, maar ook in staat is om op dramatische momenten de tragiek in het fluitspel als het ware mee te laten klinken, de uitgebreide percussie mee te laten stampen en elke emotie te omringen met loepzuivere klankkleur.
Wat maakt deze musical nu zo'n totaalbeleving? Is het het verhaal ? De verstopte levenslessen? De bekende muziek? Nee, dat is allemaal waar, maar dat is het niet.
Is het de verrukkelijk innemendheid van Gugwana Dhamini als Rafiki die onmiddellijk je hart wint? Of juist de akelige humor van Jochem Feste Roozemond, in de zware rol van Scar, waar je eerst een hekel aan krijgt en die op het moment dat hij koning wordt zo prachtig in zijn rol kruipt dat je hem zonder meer gelooft?
Ja, ook! Maar het is uiteindelijk het oog voor detail, alles klopt en het is vooral de razend knappe manier waarop kleur, klank en vorm in elkaar zijn geweven. Het is vooral dat je je 3 uur lang mag wanen in een wonderlijke wereld waarin alles overdonderend goedkomt. En dat is zo lekker! Waardoor je vrolijk naar huis gaat en denkt.. ik ga nog een keer. En het duurt nog dagen duurt voor al die kleuren en al die melodieën uit je hoofd gesleten zijn. Gelukkig maar.
Door: Elise Kant
Maar waar in sommige uitvoeringen hierna de spanning er wel af is blijft in deze versie het boeien tot de laatste minuut. Sterker nog: het kippenvel komt terug. Wanneer Gaia Aikman “Arm land” zingt is het muisstil in de zaal en is het publiek betoverd. Wat een uitstraling. Wat een stem!. Alleen al daarom moet je dit gezien hebben.
Maar ook voor Steve Beirnaert als Timon met Kobe van Herwegen als Pumba en Barry Beijer als Zazu in vrolijk spel. De goedbedoelde hysterie van Timon doet het publiek schateren, de keurige Zazu neemt iedereen voor zich in. De vervlechting van pop en mens in combinatie met onweerstaanbare humor biedt prachtig tegenwicht tegen het bij tijd en wijle dramatische verhaal maar is ook van meesterlijk niveau.
Überhaupt zijn de kostuums adembenemend en het spelen met masker en hoofd soms heel subtiel, soms helemaal op de voorgrond , altijd spot on! En al die effecten worden versterkt door de echt prachtige belichting. Een stuk dat kleurrijk is heeft gelukkig de belichting gekregen die het verdient.
Zoals bij de scene waarin Naidjim Severina als Simba in gesprek is met Rafiki, waarin hij de stem van zijn vader David Goncalves hoort . Het is muzikaal en visueel oor- en oogstrelend.
Het ensemble mag ook in de schijnwerpers. De drie vals/dom/grappige hyena spelers en de razend knappe kuntsstukjes die de rest van het ensemble laat zien om de dieren tot leven te brengen. Wat een kracht! Maar ook hier, wat prachtig gemaakt. De antilopen zo natuurlijk, de giraf zo aandoenlijk (zowel op stelten als als hoog torende wezens) de huilende leeuwen met hun lange witte tranen.
Complimenten ook voor het tienkoppige orkest olv René Op den Camp dat zuiver toonvast speelt, maar ook in staat is om op dramatische momenten de tragiek in het fluitspel als het ware mee te laten klinken, de uitgebreide percussie mee te laten stampen en elke emotie te omringen met loepzuivere klankkleur.
Wat maakt deze musical nu zo'n totaalbeleving? Is het het verhaal ? De verstopte levenslessen? De bekende muziek? Nee, dat is allemaal waar, maar dat is het niet.
Is het de verrukkelijk innemendheid van Gugwana Dhamini als Rafiki die onmiddellijk je hart wint? Of juist de akelige humor van Jochem Feste Roozemond, in de zware rol van Scar, waar je eerst een hekel aan krijgt en die op het moment dat hij koning wordt zo prachtig in zijn rol kruipt dat je hem zonder meer gelooft?
Ja, ook! Maar het is uiteindelijk het oog voor detail, alles klopt en het is vooral de razend knappe manier waarop kleur, klank en vorm in elkaar zijn geweven. Het is vooral dat je je 3 uur lang mag wanen in een wonderlijke wereld waarin alles overdonderend goedkomt. En dat is zo lekker! Waardoor je vrolijk naar huis gaat en denkt.. ik ga nog een keer. En het duurt nog dagen duurt voor al die kleuren en al die melodieën uit je hoofd gesleten zijn. Gelukkig maar.
Door: Elise Kant