Stilletjes fietsen twaalf mannen in groepjes van twee door een koude polder. Ze zijn bewapend en koersen naar Almelo. Het is woensdag 15 november 1944 tegen half zes in de avond. Als ze bij een filiaal van De Nederlandsche Bank aan de Wierdensestraat 27 aankomen, begint het te schemeren. Op dit moment hebben ze gewacht.
Het verzet kraakt - Première in de stromende regen
De jonge mannen nemen hun posten in: vier op de uitkijk, twee voor de deur van de bankierswoning boven de bank en de rest verzamelt zich voor de ingang van het bankkantoor. Een van hen belt aan. De jongste bediende, die op het punt staat naar huis te gaan, doet open. Zodra de mannen binnen staan, laten ze hun pistolen zien. 'Waar is de directeur?' De grootste bankroof uit de Nederlandse geschiedenis is begonnen.
Dat de bankoverval historisch is, staat buiten kijf. De buit is met 46,1 miljoen gulden de grootste bankroof in Nederland. De bankoverval in Almelo is een verzetsdaad waar de Nederlandse regering vanuit Londen schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. En de daders zijn gewone mannen uit de omgeving die het met minimale voorbereidingen en middelen lukt de Duitse bezetter voor gek te zetten.
Met een recordbuit mag de bankoverval dan aanvankelijk een groot succes zijn, de verzetsdaad eindigt in een tragedie. Voor het eind van het jaar is het geld terug in Duitse handen en zijn zeven verzetsstrijders opgepakt. Zes van hen moeten het met de dood bekopen. Een reconstructie.
De Nederlandsche Bank
'De kinderen van Versteeg moeten onder de wol'
Op zondagavond 17 september 1944 klinkt op Radio Oranje: 'De kinderen van Versteeg moeten onder de wol.' In code roept de Nederlandse regering het spoorwegpersoneel op het werk neer te leggen. Al weken gaan er geruchten dat Nederland elk moment bevrijd kan worden. Met de staking moet de bezetter extra worden tegengewerkt.
Knokploegleider Derk Smoes krijgt een tip
Het is niet genoeg. Dan krijgt Derk Smoes, leider van de knokploeg in Almelo en ondergedoken oud-medewerker van het lokale DNB-filiaal, een tip. Er ligt veel, heel veel geld opgeslagen in de kluis van het DNB-kantoor. Dat geld is onlangs overgekomen van het centrale bankfiliaal in Arnhem.
'Na D-day op 6 juni 1944 wilden de Duitsers het kapitaal dat in Amsterdam lag, vervoeren richting Duitse grens', vertelt Riet Strijker, conservator van het stadsmuseum Almelo en verantwoordelijk voor de expositie. Het bankkantoor in Almelo was een handige plek omdat het vlakbij het station lag dat weer aan de spoorlijn naar Berlijn lag.
'Wie zich wil terugtrekken kan dat nu nog doen'
Smoes besluit de bankroof in Almelo uit te voeren. Hij kent het filiaal op zijn duimpje. Eerst vraagt hij toestemming van de Nederlandse regering. Die krijgt hij op 7 november. Ruim een week later, op 15 november om 14.00 uur, spreekt de 30-jarige vader van drie kinderen met verzetsstrijders uit de regio af in café Frielink in Harbrinkhoek. 'Er is een kans van 60% dat het misgaat', vertelt Smoes de mannen daar. 'Wie zich terug wil trekken kan dat nu nog doen.'
‘Er is een kans van 60% dat het mislukt’ Knokploegleider Derk Smoes, enkele uren voor de overval
Iedereen blijft. Uit een schuur van caféhouder Hendrik Frielink pakken ze wapens en stappen op de fiets. Tegelijkertijd rijdt er een vrachtwagen naar de Wierdensestraat waar straks, als alles goed gaat, de kisten met geld worden ingeladen.
Almelo, half zes. Twee overvallers bellen aan bij de familie Van Schooten, die boven het kantoor woont omdat vader Hendrik eerste beambte van de bank is. Ze blijven tot een uur of zeven bij de jonge Ad van Schooten en zijn moeder zitten om te voorkomen dat zij alarm slaan. 'Ik wist meteen dat het goed volk was', vertelt Ad in een RTV Oost-documentaire die op 4 mei 2017 werd uitgezonden. 'Dus ik ben geen seconde bang geweest.'
Ons fotoverslag vind je HIER
Dat de bankoverval historisch is, staat buiten kijf. De buit is met 46,1 miljoen gulden de grootste bankroof in Nederland. De bankoverval in Almelo is een verzetsdaad waar de Nederlandse regering vanuit Londen schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. En de daders zijn gewone mannen uit de omgeving die het met minimale voorbereidingen en middelen lukt de Duitse bezetter voor gek te zetten.
Met een recordbuit mag de bankoverval dan aanvankelijk een groot succes zijn, de verzetsdaad eindigt in een tragedie. Voor het eind van het jaar is het geld terug in Duitse handen en zijn zeven verzetsstrijders opgepakt. Zes van hen moeten het met de dood bekopen. Een reconstructie.
De Nederlandsche Bank
'De kinderen van Versteeg moeten onder de wol'
Op zondagavond 17 september 1944 klinkt op Radio Oranje: 'De kinderen van Versteeg moeten onder de wol.' In code roept de Nederlandse regering het spoorwegpersoneel op het werk neer te leggen. Al weken gaan er geruchten dat Nederland elk moment bevrijd kan worden. Met de staking moet de bezetter extra worden tegengewerkt.
Knokploegleider Derk Smoes krijgt een tip
Het is niet genoeg. Dan krijgt Derk Smoes, leider van de knokploeg in Almelo en ondergedoken oud-medewerker van het lokale DNB-filiaal, een tip. Er ligt veel, heel veel geld opgeslagen in de kluis van het DNB-kantoor. Dat geld is onlangs overgekomen van het centrale bankfiliaal in Arnhem.
'Na D-day op 6 juni 1944 wilden de Duitsers het kapitaal dat in Amsterdam lag, vervoeren richting Duitse grens', vertelt Riet Strijker, conservator van het stadsmuseum Almelo en verantwoordelijk voor de expositie. Het bankkantoor in Almelo was een handige plek omdat het vlakbij het station lag dat weer aan de spoorlijn naar Berlijn lag.
'Wie zich wil terugtrekken kan dat nu nog doen'
Smoes besluit de bankroof in Almelo uit te voeren. Hij kent het filiaal op zijn duimpje. Eerst vraagt hij toestemming van de Nederlandse regering. Die krijgt hij op 7 november. Ruim een week later, op 15 november om 14.00 uur, spreekt de 30-jarige vader van drie kinderen met verzetsstrijders uit de regio af in café Frielink in Harbrinkhoek. 'Er is een kans van 60% dat het misgaat', vertelt Smoes de mannen daar. 'Wie zich terug wil trekken kan dat nu nog doen.'
‘Er is een kans van 60% dat het mislukt’ Knokploegleider Derk Smoes, enkele uren voor de overval
Iedereen blijft. Uit een schuur van caféhouder Hendrik Frielink pakken ze wapens en stappen op de fiets. Tegelijkertijd rijdt er een vrachtwagen naar de Wierdensestraat waar straks, als alles goed gaat, de kisten met geld worden ingeladen.
Almelo, half zes. Twee overvallers bellen aan bij de familie Van Schooten, die boven het kantoor woont omdat vader Hendrik eerste beambte van de bank is. Ze blijven tot een uur of zeven bij de jonge Ad van Schooten en zijn moeder zitten om te voorkomen dat zij alarm slaan. 'Ik wist meteen dat het goed volk was', vertelt Ad in een RTV Oost-documentaire die op 4 mei 2017 werd uitgezonden. 'Dus ik ben geen seconde bang geweest.'
Ons fotoverslag vind je HIER