Stel je toch voor dat de Verenigde Staten van Amerika zou worden geregeerd door een vleesetende plant. In het echte leven kan van zo’n soort gekkigheid natuurlijk absoluut geen sprake zijn, maar in het theater is alles mogelijk. In de musical Little Shop of Horrors lijkt dit te gaan gebeuren. Deze musical van de hand van Howard Ashman en Alan Menken werd de afgelopen dagen – 23, 24 en 25 maart – gespeeld door Musicalvereniging Z&V uit Opmeer. MusicalNieuws was aanwezig bij de tweede voorstelling op de vrijdag.
Little Shop of Horrors van Z&V: over een plant die uit zijn jasje groeit
In Little Shop of Horrors draait het allemaal om Seymour (gespeeld door Michael Lakeman) en het door hem liefdevol verzorgde plantje Audrey II (Jeroen Besseling). Seymour is opgegroeid in een kindertehuis en vervolgens in huis genomen door de zusters Mushnik (Jeanet Beerepoot en Marijke van der Gracht), die een bloemen- en plantenwinkel bestieren. Ook Audrey (Kitty Dam) werkt in deze winkel. Audrey is een vrouw die er een handje van heeft om op verkeerde mannen te vallen. Haar vriend, tandarts Orin Scrivello (Richard Vlaar), is er zo eentje. Regelmatig komt Audrey op haar werk met schrammen, blauwe plekken en erger. Seymour heeft heimelijk een oogje op haar en noemt zijn plantje dan ook niet voor niets Audrey II.
Als blijkt dat de winkel van de Mushniks niet goed loopt en eigenlijk gesloten moet worden dreigen Seymour en Audrey het enige houvast in hun leven, hun baan, ook nog eens te verliezen. Maar dan blijkt Audrey II een publiekstrekker van jewelste te zijn, waardoor de winkel er weer bovenop komt. Enige nadeel is dat het plantje leeft en groeit op bloed – een feit dat Seymour verzwijgt - en na verloop van tijd meer bloed nodig heeft dan Seymour haar zelf kan bieden. Eerst geeft dat hem nog de gelegenheid om zich te ontdoen van Orin Scrivello en, in een later stadium, van de zusters Mushnik, maar dan ziet hij zich gedwongen tot meer offers. Audrey II ontgroeit daarmee haar liefdevolle verzorger en spreidt haar bladeren en stekjes uit tot heel Amerika, ten koste van Seymour en Audrey.
Musicalvereniging Z&V slaagt erin om met Little Shop of Horrors een uitstekende productie op de planken te brengen. Goede prestaties op het gebied van zang waarbij Kitty Dam met name opvalt in positieve zin. Niet voor niets mocht zij enige tijd geleden optreden tijdens de theatershow van Karin Bloemen. Ook het acteerwerk mag er zijn. Zo speelt Richard Vlaar zijn rol met verve en volledig over the top, iets dat past bij de rol van macho Scrivello. Ook Michael Lakeman levert een prima prestatie. Décor en kostuums zijn eveneens prima verzorgd. De gehele cast weet het publiek volledig mee te nemen in het absurde verhaal.
Maar net als Audrey II in de musical dreigt ook Musicalvereniging Z&V uit zijn jasje te groeien. Met een kleine 30 personen op het toneel (plus orkest) is het woekeren met de beschikbare ruimte op het toneel. Dat maakt dat er op de momenten dat de gehele cast op het podium staat bij vlagen een statisch geheel ontstaat waarbij op de vierkante centimeter moet worden bewogen. Het is met name jammer voor die momenten waarop het verhaal en de heerlijke Motown-achtige muziek van Alan Menken uitnodigen tot een uitgebreidere choreografie. Ook in de zaal is het woekeren met de ruimte. Voor de tweede voorstelling moest er een rij stoelen worden bijgezet om alle aanwezigen een zitplaats te kunnen bieden.
Een volle zaal: als musicalvereniging wil je natuurlijk niets liever dan dat en het onderstreept het feit dat je goed bezig bent. Artistiek zorgt de beperkte ruimte echter wel voor de nodige dilemma’s. Qua choreografie zal het bij de volgende productie (Oorlogswinter) niet zo’n vaart lopen maar ook deze musical zal Z&V weer genoeg nieuwe uitdagingen bieden. Het zijn op zich luxeproblemen, want de doelstellingen worden natuurlijk ruimschoots behaald met een mooie voorstelling en een enthousiast publiek. Dat is uiteindelijk waar je met zijn allen het hele jaar zo hard naartoe werkt en het maakt ons benieuwd naar de artistieke keuzes voor volgend jaar.
Klik HIER voor ons fotoverslag. Wil je meer foto’s zien van Little Shop of Horrors? Hou dan onze facebook pagina in de gaten, waar we binnenkort een uitgebreide fotoreportage zullen plaatsen.
Als blijkt dat de winkel van de Mushniks niet goed loopt en eigenlijk gesloten moet worden dreigen Seymour en Audrey het enige houvast in hun leven, hun baan, ook nog eens te verliezen. Maar dan blijkt Audrey II een publiekstrekker van jewelste te zijn, waardoor de winkel er weer bovenop komt. Enige nadeel is dat het plantje leeft en groeit op bloed – een feit dat Seymour verzwijgt - en na verloop van tijd meer bloed nodig heeft dan Seymour haar zelf kan bieden. Eerst geeft dat hem nog de gelegenheid om zich te ontdoen van Orin Scrivello en, in een later stadium, van de zusters Mushnik, maar dan ziet hij zich gedwongen tot meer offers. Audrey II ontgroeit daarmee haar liefdevolle verzorger en spreidt haar bladeren en stekjes uit tot heel Amerika, ten koste van Seymour en Audrey.
Musicalvereniging Z&V slaagt erin om met Little Shop of Horrors een uitstekende productie op de planken te brengen. Goede prestaties op het gebied van zang waarbij Kitty Dam met name opvalt in positieve zin. Niet voor niets mocht zij enige tijd geleden optreden tijdens de theatershow van Karin Bloemen. Ook het acteerwerk mag er zijn. Zo speelt Richard Vlaar zijn rol met verve en volledig over the top, iets dat past bij de rol van macho Scrivello. Ook Michael Lakeman levert een prima prestatie. Décor en kostuums zijn eveneens prima verzorgd. De gehele cast weet het publiek volledig mee te nemen in het absurde verhaal.
Maar net als Audrey II in de musical dreigt ook Musicalvereniging Z&V uit zijn jasje te groeien. Met een kleine 30 personen op het toneel (plus orkest) is het woekeren met de beschikbare ruimte op het toneel. Dat maakt dat er op de momenten dat de gehele cast op het podium staat bij vlagen een statisch geheel ontstaat waarbij op de vierkante centimeter moet worden bewogen. Het is met name jammer voor die momenten waarop het verhaal en de heerlijke Motown-achtige muziek van Alan Menken uitnodigen tot een uitgebreidere choreografie. Ook in de zaal is het woekeren met de ruimte. Voor de tweede voorstelling moest er een rij stoelen worden bijgezet om alle aanwezigen een zitplaats te kunnen bieden.
Een volle zaal: als musicalvereniging wil je natuurlijk niets liever dan dat en het onderstreept het feit dat je goed bezig bent. Artistiek zorgt de beperkte ruimte echter wel voor de nodige dilemma’s. Qua choreografie zal het bij de volgende productie (Oorlogswinter) niet zo’n vaart lopen maar ook deze musical zal Z&V weer genoeg nieuwe uitdagingen bieden. Het zijn op zich luxeproblemen, want de doelstellingen worden natuurlijk ruimschoots behaald met een mooie voorstelling en een enthousiast publiek. Dat is uiteindelijk waar je met zijn allen het hele jaar zo hard naartoe werkt en het maakt ons benieuwd naar de artistieke keuzes voor volgend jaar.
Klik HIER voor ons fotoverslag. Wil je meer foto’s zien van Little Shop of Horrors? Hou dan onze facebook pagina in de gaten, waar we binnenkort een uitgebreide fotoreportage zullen plaatsen.