Hele generaties groeide op met de boeken van Pietje Bell. De belhamel, zoon van de schoenmaker, schrik van zijn meester Geel, met een talent voor ongelukken en een hart van goud. Zo’n boek waar je als kind lekker in kan verliezen en zin krijgt om zelf een circus te beginnen en vooral een bende van de Zwarte Hand.
Pietje Bell is een verfrissend en vrolijk spel
Een mooi uitgangspunt voor een vrolijke musical waar de levenslust van af spat en je heel vrolijk van wordt. En dat is deze versie ook. Vrolijk, eigentijds met een buitengewoon leuk acterende en zingende Vera de Heus, jawel een meisje, als hoofdrol speler. Samen met Zoë Black als Peentje, die alle lachers op haar hand heeft met veel te wijze teksten, zijn zij de uitblinkers qua spel en dragen de voorstelling. Ook Martijn Vogel zet een hele grappige meester Geel neer.
Ook de muziek is vrolijk, doet soms denken aan Harry Bannink, en de pogingen om de zaal mee te laten zingen zijn heel erg lekker. Alleen zijn de teksten ervan niet altijd verstaanbaar en soms al te veel gericht op het betrekken van de ouders bij de voorstelling. Waar dat in de rol van Peentje ontzettend leuk uitpakt is het op andere momenten te veel naar de gunst van de ouders dingen, en daarmee niet meer logisch in een kinderlied of tekst.
De uitdaging van goed kindertheater is dat je terwijl je op je hurken zit je je publiek heel serieus neemt. Dat is een evenwichtsdans tussen eenvoudig maar niet te simpel en uitgelaten vrolijk maar niet te veel over de top. In essentie is dat allemaal aanwezig, in de uitvoering moet dat hier en daar nog groeien om te voorkomen dat de karakters te veel karikaturen worden.
Maar een kniesoor die daar bij stil blijft staan. De kinderen in de zaal vinden het prachtig en dansen van hun stoel af en klappen hun handen stuk. Met rode konen en een lach van oor tot oor dansen ze de zaal uit. Met net zoveel zin om een bende te beginnen als hun (groot) ouders vroeger. En dat is waar het om gaat. De levenslust die er af spat en de uitdaging die Pietje ons mee geeft: In iedereen zit een Pietje Bell, laat hem of haar maar lekker in je los!
Door Elise Kant
Kijk HIER voor ons fotoverslag
Ook de muziek is vrolijk, doet soms denken aan Harry Bannink, en de pogingen om de zaal mee te laten zingen zijn heel erg lekker. Alleen zijn de teksten ervan niet altijd verstaanbaar en soms al te veel gericht op het betrekken van de ouders bij de voorstelling. Waar dat in de rol van Peentje ontzettend leuk uitpakt is het op andere momenten te veel naar de gunst van de ouders dingen, en daarmee niet meer logisch in een kinderlied of tekst.
De uitdaging van goed kindertheater is dat je terwijl je op je hurken zit je je publiek heel serieus neemt. Dat is een evenwichtsdans tussen eenvoudig maar niet te simpel en uitgelaten vrolijk maar niet te veel over de top. In essentie is dat allemaal aanwezig, in de uitvoering moet dat hier en daar nog groeien om te voorkomen dat de karakters te veel karikaturen worden.
Maar een kniesoor die daar bij stil blijft staan. De kinderen in de zaal vinden het prachtig en dansen van hun stoel af en klappen hun handen stuk. Met rode konen en een lach van oor tot oor dansen ze de zaal uit. Met net zoveel zin om een bende te beginnen als hun (groot) ouders vroeger. En dat is waar het om gaat. De levenslust die er af spat en de uitdaging die Pietje ons mee geeft: In iedereen zit een Pietje Bell, laat hem of haar maar lekker in je los!
Door Elise Kant
Kijk HIER voor ons fotoverslag