Nooit mis je het theater meer dan wanneer je een voorstelling bekijkt op je computer in plaats van in het theater.
Roaring twenties worden overrompelend en prachtig gebracht in The Great Bean
De reis erheen, de grandeur van het Theater Rotterdam. Het zitten op de eerste rij balkon tussen de recensenten. De sfeer, de geur, de verwachting en het meegezogen worden in wat er wordt geboden, en zelfs het langzame tegen je zin in moeten ontwaken uit de betovering omdat de zaal leeg loopt en je tussen het premiere publiek de net wat te smalle trappen afmoet. De totaalbeleving. Het schuurt op zo’n moment nog meer dat dat er niet is.
Dat soort melancholie past bij The Great Bean. Ed Wubbe ten voeten uit. De losse stukken die aaneen geweven zijn en waar je zelf de connectie bij moet maken. De vertrouwde indrukwekkende groepsdynamiek, de zinderende solo’s.
Het geheel wordt wreed verstoord door de kruising van een clown en de joker. Er is geen ontsnappen aan de rauwe werkelijkheid, misschien wel heel toepasselijk in coronatijden. Net als je weg wilt dromen in bijvoorbeeld de weergaloze solo van Ellen Landa, toch duikt hij weer op. Wanneer het totaalbeeld leven, liefde, vuur en verlangen naar aanraken, nabijheid en toekomst oproept, wordt er toch weer ingewreven dat dit niet het sprookje is dat je zou willen.
Gebaseerd op de roaring twenties, wordt ballet, acrobatiek en clownerie aan elkaar geweven, met Grieg en jazz en andere muziek uit de jaren 20 als bindmiddel word je meegenomen in van alles dat niet is wat het lijkt, of toch wel. Het is overrompelend en prachtig, maar oh wat had ik graag die brenger van het nare nieuws, van de wrede werkelijkheid met zijn goocheltrucs, via de achteruitgang laten verdwijnen. Maar wat hij ook probeert, het Scapino Ballet kruipt onder je huid en in je ziel, en daarmee wint het hartstochtelijk verlangen naar schoonheid door alles heen. En daarmee, ondanks alles, de perfecte programmering voor bizarre tijden.
Ga vooral kijken als het kan. Zodat je weer voelt wat kunst vermag.
Door: Elise Kant
Dat soort melancholie past bij The Great Bean. Ed Wubbe ten voeten uit. De losse stukken die aaneen geweven zijn en waar je zelf de connectie bij moet maken. De vertrouwde indrukwekkende groepsdynamiek, de zinderende solo’s.
Het geheel wordt wreed verstoord door de kruising van een clown en de joker. Er is geen ontsnappen aan de rauwe werkelijkheid, misschien wel heel toepasselijk in coronatijden. Net als je weg wilt dromen in bijvoorbeeld de weergaloze solo van Ellen Landa, toch duikt hij weer op. Wanneer het totaalbeeld leven, liefde, vuur en verlangen naar aanraken, nabijheid en toekomst oproept, wordt er toch weer ingewreven dat dit niet het sprookje is dat je zou willen.
Gebaseerd op de roaring twenties, wordt ballet, acrobatiek en clownerie aan elkaar geweven, met Grieg en jazz en andere muziek uit de jaren 20 als bindmiddel word je meegenomen in van alles dat niet is wat het lijkt, of toch wel. Het is overrompelend en prachtig, maar oh wat had ik graag die brenger van het nare nieuws, van de wrede werkelijkheid met zijn goocheltrucs, via de achteruitgang laten verdwijnen. Maar wat hij ook probeert, het Scapino Ballet kruipt onder je huid en in je ziel, en daarmee wint het hartstochtelijk verlangen naar schoonheid door alles heen. En daarmee, ondanks alles, de perfecte programmering voor bizarre tijden.
Ga vooral kijken als het kan. Zodat je weer voelt wat kunst vermag.
Door: Elise Kant