Al bladerend door het programmaboekje van “3 Musketiers” wordt één ding wel duidelijk: alle soorten en maten musicals zijn sinds 1970 wel gespeeld door Sempre Sereno, die dit jaar zijn 60e verjaardag viert. De Wageningse vereniging startte in 1957 als een jeugdkoor, om in 1970 verder te gaan als musicalvereniging. My Fair Lady, De Engel van Amsterdam, Anyone Can Whistle: het zijn maar een paar van de titels die in al die jaren werden gespeeld. Maar ook The Pajama Game (1986), dat onlangs nog een revival beleefde op het Londense Westend en Pippin (1995), lang voordat de musical via Broadway aan de Amstel het publiek in Carré betoverde.
Sempre Sereno toont veelzijdigheid met "3 Musketiers"
In dit jublileumjaar stond “3 Musketiers” dus op het programma met voorstellingen van 31 mei tot en met 3 juni in Theater Junushof in Wageningen. MusicalNieuws bezocht de voorstelling op vrijdag 2 juni en zag een voorstelling waarin de leden van Sempre Sereno hun veelzijdigheid konden tonen en die vocaal ijzersterk was.
In “3 Musketiers” volgen we de jonge D’Artagnan (gespeeld door Tom van Hek) die graag in de voetsporen van zijn vader wil treden. Daaarvoor trekt hij naar Parijs om Musketier van de Koning te worden. Zijn eerste ontmoeting met Musketiers is echter niet positief: door zowel Athos (Daniël Wolters), Porthos (Paul Verhage) als Aramis (Jasper Ham) wordt hij uitgedaagd voor een duel. Na deze eerste schermutselingen ontstaat er echter langzamerhand een vriendschap tussen D’Artagnan en de Musketiers. Ondertussen raakt hij verliefd op Constance (Hilde de Kok) en schiet hij met de Musketiers de Koning te hulp die onder de dreiging van oorlog tussen Frankrijk en Engeland wordt belaagd door Kardinaal Richelieu (Paul Francken), Rochefort (Lindsay Sen-Bemelmans) en Milady de Winter (Cleo Smits).
Zowel de ensemble nummers als de solo nummers klinken vocaal ijzersterk, ondersteund door het 16-koppige orkest onder leiding van Richard FitzHugh. Ook visueel valt er veel te genieten in deze productie, onder regie van Marleen van der Loo, die tevens tekende voor de choreografie. Voor de schermscenes werd de hulp ingeroepen van gevechtschoreograaf Jessica De Bel, die ervoor gezorgd heeft dat alle gevechten er geloofwaardig uitzien.
Niet alleen in spel, zang, dans en schermscenes tonen de leden van Sempre Sereno hun veelzijdigheid. Met name de grote ensemblenummers zien er mooi uit en lijken wel uit de voorstelling getild te zijn en te zijn verworden tot kleine, op zichzelf staande verhaaltjes in verschillende stijlen. Zo roept het nummer “Parijs” associaties op aan Les Misérables en wordt “Oorlog” een aanklacht tegen gewapende conflicten op religieuze gronden. De kostuums in dit nummer (veel combinaties van legergroen en camouflagekleuren) zijn abstract en modern en doen in niets denken aan de tijd van de musketiers. “De Jacht” wordt overgoten met een saus van Engelse humor en zou zo ingevoegd kunnen worden in de musical Spamalot.
Het maakt dat de cast zich kan uitleven in verschillende stijlen, en houdt de toeschouwer alert. Het zorg er echter ook voor dat het verhaal van D’Artagnan op die momenten lijkt te worden onderbroken, waar vocale nummers in musical toch vooral bedoeld zijn om het verhaal te versterken. De uitvoering van alle nummers is echter sterk en dat maakt dat er meer dan genoeg te genieten valt in deze productie.
Sempre Sereno mag dan Nederlands oudste musicalvereniging zijn, belegen is de vereniging zeker niet. Volgend jaar zullen ze dat ongetwijfeld weer laten zien, als de musical Shrek op het programma staat.
In “3 Musketiers” volgen we de jonge D’Artagnan (gespeeld door Tom van Hek) die graag in de voetsporen van zijn vader wil treden. Daaarvoor trekt hij naar Parijs om Musketier van de Koning te worden. Zijn eerste ontmoeting met Musketiers is echter niet positief: door zowel Athos (Daniël Wolters), Porthos (Paul Verhage) als Aramis (Jasper Ham) wordt hij uitgedaagd voor een duel. Na deze eerste schermutselingen ontstaat er echter langzamerhand een vriendschap tussen D’Artagnan en de Musketiers. Ondertussen raakt hij verliefd op Constance (Hilde de Kok) en schiet hij met de Musketiers de Koning te hulp die onder de dreiging van oorlog tussen Frankrijk en Engeland wordt belaagd door Kardinaal Richelieu (Paul Francken), Rochefort (Lindsay Sen-Bemelmans) en Milady de Winter (Cleo Smits).
Zowel de ensemble nummers als de solo nummers klinken vocaal ijzersterk, ondersteund door het 16-koppige orkest onder leiding van Richard FitzHugh. Ook visueel valt er veel te genieten in deze productie, onder regie van Marleen van der Loo, die tevens tekende voor de choreografie. Voor de schermscenes werd de hulp ingeroepen van gevechtschoreograaf Jessica De Bel, die ervoor gezorgd heeft dat alle gevechten er geloofwaardig uitzien.
Niet alleen in spel, zang, dans en schermscenes tonen de leden van Sempre Sereno hun veelzijdigheid. Met name de grote ensemblenummers zien er mooi uit en lijken wel uit de voorstelling getild te zijn en te zijn verworden tot kleine, op zichzelf staande verhaaltjes in verschillende stijlen. Zo roept het nummer “Parijs” associaties op aan Les Misérables en wordt “Oorlog” een aanklacht tegen gewapende conflicten op religieuze gronden. De kostuums in dit nummer (veel combinaties van legergroen en camouflagekleuren) zijn abstract en modern en doen in niets denken aan de tijd van de musketiers. “De Jacht” wordt overgoten met een saus van Engelse humor en zou zo ingevoegd kunnen worden in de musical Spamalot.
Het maakt dat de cast zich kan uitleven in verschillende stijlen, en houdt de toeschouwer alert. Het zorg er echter ook voor dat het verhaal van D’Artagnan op die momenten lijkt te worden onderbroken, waar vocale nummers in musical toch vooral bedoeld zijn om het verhaal te versterken. De uitvoering van alle nummers is echter sterk en dat maakt dat er meer dan genoeg te genieten valt in deze productie.
Sempre Sereno mag dan Nederlands oudste musicalvereniging zijn, belegen is de vereniging zeker niet. Volgend jaar zullen ze dat ongetwijfeld weer laten zien, als de musical Shrek op het programma staat.